Scherpte-diepte (depth of field – DOF)
Scherpte-diepte is de mate waarop delen van de foto scherp zijn tegenover de andere delen van de foto die onscherp zijn.
Het is een zeer handige manier om de focus te leggen op één specifiek gedeelte van een foto, zeker als de rest van de foto onnodig afleidend is.
Maar bij productfotografie is het lang niet altijd gewenst dat een groot gedeelte van de foto onscherp is. De foto moet immers de kijker een goed beeld geven van wat het product in werkelijkheid is. Daarom streeft een productfotograaf vaker naar een grote scherptediepte dan een kleine.
Wanneer kleine scherptediepte:
-Sfeerfoto’s ter aanvulling van duidelijke productfoto’s op witte achtergrond.
-Extreme close-ups waar het fysiek onmogelijk is om alles scherp te hebben (zie tabel hieronder).
-Als niet alle factoren binnen de macht van de fotograaf zijn tijdens de shoot, bijvoorbeeld een locatieshoot van machines in een fabriekshal. Strategisch geplaatste focus kan de producten waar het om gaat naar voren halen en de achtergrond minder storend maken.
Wanneer grote scherpte-diepte:
-Als het product duidelijk in beeld gebracht moet worden (packshots, overzichtsfoto’s voor catalogus). Voor productfotografie is dit meestal het geval.
Hoe werkt depth of field?
De scherpte-diepte hangt af van 3 factoren: afstand van de camera tot het onderwerp (product), brandpuntafstand & diafragma instelling.
In deze tabel kan je zien hoe deze factoren onderling effect hebben op de uiteindelijke scherpte-diepte van de foto.
Het is over het algemeen een stuk makkelijker om een kleine scherptediepte te maken in een productfoto dan het tegenovergestelde. Het scherp krijgen van het volledige product is één van de lastigste uitdagingen in de studio van een productfotograaf. Want wat als de klant een foto wil van heel dichtbij genomen met een brandpuntafstand van 105mm? Het enige wat de productfotograaf nu nog kan doen is de diafragma waarde zo hoog mogelijk instellen (bv F22).
Diffractie
Maar nu lopen we tegen een ander probleem aan. Los van het feit dat de maximale F-stop van de meeste lenzen niet toereikend is om de gewenste scherptediepte te realiseren moet de fotograaf ook nog eens rekening houden met Diffractie (engels: Diffraction). Diffractie is een ingewikkeld natuurkundig fenomeen dat onder andere effect heeft op de scherpte van cameralenzen.
Zonder te technisch te worden komt het er op neer dat cameralenzen minder detail kunnen zien naarmate de diafragmaopening kleiner wordt. Rond F8 presteren de meeste lenzen op hun best, dus als het even kan wil een productfotograaf niet veel verder gaan dan die F8, misschien F16 als het een heel goede lens is (laat staan F22 of hoger). Want hoewel er steeds meer van de foto binnen de scherptediepte komt te vallen, wordt datgene wat ‘scherp’ is steeds minder duidelijk gezien door de lens (heel onwetenschappelijk: vergelijk het met je ogen die steeds minder detail zien naarmate je ze verder sluit).
Valsspelen
Wat valt er dan nog aan te doen? De opdrachtgever wil immers ‘gewoon’ een scherpe foto van dichtbij met een zoomlens.
Twee opties: het gebruik van een tilt-shift lens of de nabewerkingstechniek focus-stacking.
In een ander artikel ga ik binnenkort meer uitleggen over deze twee mogelijkheden, so stay tuned 😉
Geef een reactie